‘Curlingouders, sneeuwploegouders, helikopterouders” ouders van nu zouden overbeschermend zijn. Klopt dat beeld? En wat doet dat met de ontwikkeling van kinderen?
Dat is de ondertitel bij een heel interessant artikel in de Volkskrant van 6-9-’24. Het geeft stiekem precies weer waar ik voor sta en de afgelopen jaren uit probeer te dragen.
Een paar citaten uit het artikel waar je als ouder wat aan hebt denk ik:
👉 ‘Kinderen die vaak worden geholpen door hun ouders rapporteren minder zelfvertrouwen. Dat zie je bijvoorbeeld aan een experimenteel onderzoek waarbij ouder en kind samen een puzzel maken. Wanneer de ouder het meeste werk doet, zeggen kinderen zich minder fijn te voelen over de opdracht. Voor de puber in kwestie voelt het op de korte termijn ‘chill’ dat mama de titelpagina van het profielwerkstuk maakt. Keijsters: Maar de onderlaag die een ouder meegeeft is: jij kan dit niet zelf, zonder mij ben je niets.’
👉 ‘Bij opvoeden is het lastig om universele claims te doen over wat goed werkt. Het ene kind heeft structuur nodig, terwijl het bij het andere juist beter werkt om de teugels te laten vieren. Maar uit een belangrijke Nederlandse studie onder 159 Nederlandse gezinnen blijkt dat er één ding is dat overal – in alle opvoedsituaties en bij alle gezinnen – bijdraagt aan het welbevinden van kinderen: het ondersteunen van autonomie.’
👉 ‘Volgens de theorie van stress inoculation (stressinenting) helpen kleine beetjes stress juist om later grotere uitdagingen het hoofd te bieden. ‘Denk aan een tiener die al een keer in de verkeerde trein is gestapt waardoor ze in Maastricht in plaats van Groningen eindigde’, zegt Keijser. Daarvoor moeten jongeren ervaringen opdoen en niet op de bank blijven zitten. Bij jongere kinderen weten ouders intuïtief: mijn kind leert niet fietsen door zijwieltjes erop te laten. Hetzelfde geldt voor adolescenten: de psychologische zijwieltjes moeten eraf. En vaak is het de eigen stress die ouders moeten leren tolereren.’
👉 ‘Moeten overbeschermende ouders hun kind aan hun lot overlaten? Nee, zegt Keijsers. Helemaal geen bemoeienis is het andere uiterste. Een autonomie bevorderende opvoeding houdt in dat je je kind helpt zélf een oplossing te zoeken. Dat doe je bijvoorbeeld door aan het begin van de week te vragen: hoe ziet je week eruit, zie je ergens tegenop? Waar heb je mijn hulp nodig en waarbij niet? Je laat de regie bij je kind.’
Autonomie is dus van wezenlijk belang.
Wil je leren hoe jij je eigen stress (over je kind) kunt tolereren, denk dan eens aan coaching of meedoen met de Academy. Je kunt natuurlijk ook altijd contact opnemen voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek om te zien wat het beste bij je past.
Wil je weten hoeveel autonomie jij je kind geeft op het gebied van school en huiswerk en wat de effecten daarvan zijn voor je kind op zijn/haar motivatie, doe dan de motivatiestijlentest. (150 ouders gingen je al voor 😊 )